Historische overstromingen
Op grond van artikel 4 lid 2b van de ROR moet in het kader van de voorlopige beoordeling een beschrijving worden gegeven van de significante overstromingen die zich in het verleden hebben voorgedaan en de significante negatieve effecten daarvan op de menselijke gezondheid, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid.
Ter illustratie worden hieronder enkele grotere historische overstromingen beschreven die het stroomgebied van de Eems hebben getroffen.
Stormvloed 1717
De Kerstvloed van 24/25 december 1717 behoort tot de zwaarste stormvloeden ooit die de Noordzeekust troffen. De kustgebieden van noordelijk Nederland en de Duitse deelstaten Niedersachsen en Schleswig-Holstein tot in Denemarken raakten overstroomd. Bij Emden werd een waterstand van 4,62 m boven NAP geregistreerd. Deze natuurramp eiste ongeveer 11.000 mensenlevens, ruim 4.000 huizen werden door de vloedgolven verwoest. De kustbescherming werd in de daaropvolgende jaren aanzienlijk verbeterd. De dijken werden versterkt en duidelijk verhoogd om beter bestand te zijn tegen toekomstige stormvloeden.
Stormvloed 1825
De stormvloed van 3 tot 5 februari 1825 kostte ca. achthonderd mensenlevens langs de Duitse, Nederlandse en Deense kust. De stormvloed leidde tot veel dijkbreuken en de grootschalige aantasting van duinen op de eilanden; met name de Duitse Halligen-eilanden werden zwaar getroffen. Tot 1962 was dit de stormvloed met de hoogste waterstanden die ooit zijn gemeten. Langs de Oost-Friese kust had het gebied rond Emden sterk te lijden van de stormvloed. Hier werden waterstanden van 4,65 m boven NAP gemeten.
Eems-hoogwater van 1946
Het hoogwater van de Eems op 9 februari 1946 was een van de zwaarste overstromingsrampen in het binnenland van het Eems-stroomgebied. Na een veertiendaagse vorstperiode met bevroren grond trad de dooi in en volgden dagen met zeer zware regenval. Bij het meetstation Rheine Unterschleuse werd op 10 februari 1946 een waterafvoer van 1030 m³/s gemeten. Deze lag ver boven de gemiddelde langjarige hoogwaterafvoer (MHQ) van 228 m³/s. Nog geen jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog trof deze ramp de bevolking bijzonder hard. Een groot aantal verwoeste bruggen stuwden het water extra hoog op, en als gevolg van de oorlog waren de nieuwsdiensten en telefoonverbindingen uitgevallen. Dammen en dijken braken door, mensen en vee werden in hun huizen en stallen door het hoogwater verrast, en de toch al krappe voedselvoorraden werden vernietigd. De steden Münster, Rheine, Lingen en Meppen stonden wekenlang blank. Al met al duurde het hoogwater 21 dagen. Na de ramp werd langs de oevers en in het stroomgebied van de Eems een breed scala van maatregelen genomen ter bescherming tegen toekomstige overstromingen.
Stormvloed 1962
De stormvloed aan de Noordzeekust op 16/17 februari 1962 was de hoogste stormvloed van de twintigste eeuw. In Niedersachsen kostte deze ramp een twintigtal mensen het leven. In Bensersiel werden waterstanden gemeten van 4,65 m boven NAP. Ook de stroomgebieden van de Weser en de Elbe hadden sterk van de stormvloed te lijden. De economische schade bedroeg ca. 160 miljoen Duitse mark, en er braken 61 dijken door in heel Niedersachsen. Op de Noordzee-eilanden was op grote schaal sprake van duinafslag en -doorbraken. Na deze stormvloed werden de dijken aanzienlijk verhoogd.
Werse-hoogwater 2001
Op 3 mei 2001 trad de rivier de Werse buiten haar oevers. Daaraan waren hevige onweersbuien voorafgegaan met 120 mm neerslag in minder dan een uur. Met name de stad Ahlen werd zwaar getroffen. Achthonderd huizen, vooral voormalige mijnwerkerswoningen, werden overstroomd. Er vielen geen doden te betreuren, maar de totale schade bedroeg meer dan 20 miljoen euro. Bij het meetstation Ahlen werd op 3 mei 2001 een afvoer van 87,1 m3/s gemeten. Daarmee werd de gemiddelde langjarige hoogwaterafvoer (MHQ = 14,7m3/s) met een factor zes overschreden.
Hase-hoogwater 2010
Het zomerhoogwater op de Hase van 27 tot 30 augustus 2010 was het gevolg van intensieve regenval die op 26 en 27 augustus 162 mm neerslag bracht. Doordat het ook in de weken daarvoor lang en aanhoudend had geregend, was de grond al met water verzadigd, zodat deze sterke neerslag snel tot een overstroming leidde. De neerslag concentreerde zich op het Osnabrücker Bergland. Door de morfologie van het landschap kwam het tot een snelle concentratie van de afvoer en liepen grote delen van de regio Osnabrück onder water. Bij het meetstation in Bramsche werd op 28 augustus 2010 een afvoer van 128 m³/s (MHQ = 51,7 m³/s) geregistreerd.
Stormvloed 2013
De Sint-Nicolaasvloed van 6 december 2013 was een van de zwaarste stormvloeden langs de Noordzeekust van de afgelopen honderd jaar. De stormvloed werd veroorzaakt door de orkaandepressie Xaver, die met windsnelheden van 150 tot 160 km/h over Noord-Europa raasde. De lang aanhoudende noordwesterstorm met windkracht negen à tien veroorzaakte een serie van vier stormvloeden aan de Noordzeekust. Grootschalige duinafslag op de Oost-Friese eilanden was het gevolg. Bij de Eems-stormvloedkering werd een waterstand van 3,74 m boven NAP gemeten.